Doorgaan naar hoofdcontent
Ossi's telefoonshop is op vijf minuten afstand. Ik ga er iedere dag heen om mijn mails te checken, want er staan ook computers. Aan het raam worden sigaretten verkocht. De toonbank dient ook als bar. In de ijskast staat het bier koud, wijn is op de schappen uitgestald, zwaardere alcoholica achter de bar. Gisteren merkte ik dat het computerscherm op de televisie was aangesloten. Anders zijn daar de eindstanden van de telefooncabines af te lezen.

Ik liep 's middags even naar binnen. Engeland - Paraguay kijken. Rare schaduwen op het veld, van voetbal niet veel te zien. Bij die engelsen is het altijd hetzelfde amechtige gezwoeg, en omdat ze toch wonnen, hield ik het na vijftien minuten weer voor gezien, en ben een stuk gaan wandelen tot aan de Spree. Daar genoten van het industriele niemandsland, de wijde uitgestrekte vlakten, het scherpe licht op de verkommerende gebouwen die een half mensenleven geleden voorbeelden waren van moderne architectuur, van het soort staal, glas en beton.

Ik wist echter wel waar ik elfenbeenkust-argentinie zou bekijken en zorgde ervoor op tijd in de bar/teleshop te zijn. Er was nog een vriend van Ossi. Ossi is niet een oostduitser, die de halfverkozende verkleining tot bijnaam heeft verpersoonlijkt, maar de afkorting van Osman. Hij zou in 1978 een goede middenvelder zijn geweest voor Palemig-3.

De wedstrijd verrast ons. De vriend is een goedgemutste gast van een jaar of vijftig, snor, kalend. Zonder dat we het willen, kiezen we partij voor de elfenbenen. Bij de stand van 1-0 missen ze een enorme kans. Een kreet van ontzetting golft door de rijen - de snor en ik, omdat Ossi aan de andere kant van het scherm iets onder het buffet uithaalt voor een klant. Die klant is een dertiger, mouwloos en heeft een iets te strenge uitdrukking op het gezicht. "Voor wie zijn jullie eigenlijk?"
Voordat ik voor mijn beurt kan spreken, en elfenbeinküste kan zeggen, antwoordt Ossi opgeruimd, "nou voor allebei, het is een goede wedstrijd", waarop snor en ik bijna lachend uit onze stoel tuimelen.

De aspirant auslanderrausvriendelijke oostberlijner weet zich niet zo goed raad en houdt zich vervolgens een goede tien minuten bezig met het keuren van de Kinder-chocolade eieren, die in een doosje voor hem liggen. Hij neemt ieder ei op, rammelt eraan, sommige dicht bij zijn oor. Hij maakt uiteindelijk een keus. Wat de verrassing is, toont hij niet. Hij loopt met het ei de winkel uit.

Gedurende de wedstrijd vliegen flessen bier, cola en water over de toonbank. Een auto van de brandweer rijdt voor. Zijn zwaailicht mengt zich met het geflits op de tribunes. Sigaretten worden verkocht. Het scherm keert af en toe naar zijn tijdelijke ernst terug. Er is voor 74 cent getelefoneerd, voor 1,20. Twee klikken verder ligt Hamburg.

Ivoorkust scoort dan toch nog, en heeft tien minuten de tijd om gelijk te maken. Vijf minuten voor tijd komt een jonge Pool de winkel binnen. De winkel is trouwens al aardig vol met buurters die een stoel hebben genomen, bier drinken, en dingen zeggen die bierdrinkers zo zeggen. De Pool slaat de handen voor zijn gezicht. Hij heeft zich de hele dag geschaamd. "Dudek, had erbij moeten zijn," troost ik hem. Zijn antwoorden dreigen in het blikveld van een andere Turk naast me te komen, die hem uiteindelijk tot zwijgen maant door de hand op zijn onderarm te leggen. De wedstrijd duurt nog drie minuten, er kan nog gescoord worden.

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
"We hebben elkaar al een half jaar niet meer gezien." Ik was er vast van overtuigd, dat ik er qua tijd niet veel naast zat. "Ach, nee," zei ze. "We hebben elkaar nog in augustus gezien." Wat waar was, maar mijn herinnering voerde me naar de Feldwebelstraat in Prenzlauer Berg, waar we op houten bankjes bij een Italiaan op de stoep niet naar Italië-Ukraïne hadden gekeken. Te veel hoofden voor het beeld, bovendien zat ik met de rug naar het apparaat; en om de rug naar mijn tafelgenoten te keren vond ik onbeschoft. Maar dat was niet de dag in augustus waarnaar ze verwees, ook al omdat die pizzatafeldag vroeg in Juni was, of wanneer was dat WK toch alweer? Nee, ik had haar gezien op een zonnig uur in haar apartement. De zomerwarmte liefkoosde haar schouders; ze was vrolijk en opgewekt, alsof ze zojuist een nieuwe liefde had gevonden, misschien ook omdat een rose verjaardagskoek haar was gelukt en ze zojuist drie rode hartvormige ballonnen had opgeblazen, waarva
De boot had voldoende vertraging om alle nieuwe modellen zonnebrillen en laagkruisige spijkerbroeken te bestuderen. Het waaide op zee. Zondag rolde de bal voor de voeten van spelers van Cagliari-Fiorentina weg, door windkracht gedreven. Toen ook nog een reclameschild over het veld fladderde werd de wedstrijd twintig minuten uitgesteld. In die twintig minuten bleef het lustig doorwaaien. Het waaide gisteren ook nog. Toen stond ik op het bovendek: een grote gele stip duidt de helicopterpiloot de landingsplaats. Daar stonden vier schoolreizende jochies, waarvan drie met zonnebril, tegen de wind in. Later in de bioscoopzaal Inter tegne Ajax gezien. Blind heeft zichzelf gemultipliceerd en gelijk drie evenbeelden in de verdediging neergezet. Ik vond Ajax beter. De Italiaanse commentator vond dat niet. Die weet niet dat Ajax in balbezit hetzelfde is als een levensgrote kans op een doelpunt. Wat me vooral opviel was een soort verwerkte treurigheid: de wijsheid van de balling die weet dat terug