Ik luister naar de radio, Deutschland Kultur. Ze zenden weinig muziek uit,schreeuwen niet en praten doorgaans over een onderwerp dat me niet interesseert. Dit is nogal prettig, omdat ik naar de radio luister voor het geroezemoes. Deze keer, de ochtend na Duitsland - Polen, luister ik toch.
Een interview met een professor van een universiteit uit Hamburg wordt aangekondigd. Hij heeft de liederen van de voetbalsupporters bestudeerd, onderscheidt daarin zowaar vier niveaus. De beste liederen worden in Engeland gezongen: You'll never walk alone, noemt hij het allerbeste. De goede man heeft nog nooit 'abide with me' gehoord, dat supporters voor de Cup-final zingen. De professor weet van niks, en dat is geruststellend. Duitse supporters zingen vaak: "Deutschland, Deutschland". Als je goed luistert, herken je dat dit duo-deutschland door twee supportersgroepen wordt gezongen, en niet dwingend met de klemtoon op 'land', maar lieflijk, met een onbeklemtoond 'land.' De tekst is inderdaad niet een goed voorbeeld van poetisch vernuft. Maar als je een tweede keer luistert,hoor je dat met het gezang het kerrkklokgelui wordt geimiteerd. En het beeld van een Duits elftal dat zo goed
speelt dat in het gehele land spontaan de klokken beginnen te luiden, vind ik wel poetisch.
De volgende professor komt uit Berlijn. Hem wordt gevraagd of het opmerkelijke vlagvertoon met patriotisme te maken heeft. Een beetje ernst is geboden, omdat uit patriotisme, nationalisme kan ontstaan met alle gevolgen vandien. "Zestig jaar na de oorlog," duikt zowaar in een vraag op. Beelden van vlaggen en toeters en auto's kwamen oorspronkelijk uit Buenos Aires en Napels. Wat op de televisie komt, wordt geimiteerd. De professor zei geen enkele keer dat vlaggen en mutsen en andere parafernalia bij de Aldi te koop waren en net zo makkelijk gekocht werden als de attributen voor een avondje barbeque.
Waarmee ik eindelijk bij het voetbal ben. Het was inderdaad een meeslepende partij, Duitsland-Polen, met een geweldig publiek, zowel Pools als Duits, die hun respektieve teams bleven aanvuren. Maar een goede wedstrijd, heeft ook een absolute uitblinker nodig. In het geheim waren dat misschien de centrale verdedigers van beide teams, maar je zou verwachten dat het Ballack was.
Even opletten hoe hij speelt. En na een poos wordt het me duidelijk. Ballack loopt over het veld, als iemand die na veel gesoebat meedoet: "Even maar jongens, want ik moet nog de tuinmeubels buiten zetten en straks komen de gasten." Met als gevolg dat Schneider speelt, alsof hij nog zijn auto moet wassen, en daarom ook niet te lang mee kan doen.
Deze houding wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van Schweinsteiger en Podolski, de twee hipsters uit het Duitse kamp, die - hip, immers - niet meer diepgang in hun persoonlijkheid hebben, als hun immense populariteit. Daardoor worden Ballack en Schneider ook tweedimensionele spelers.
Ballack begint dan te schoppen, en dat maakt hem sympathiek. Schneider loopt godverend van de ene kant naar de andere, terwijl vooral Schweinsteiger blijft volharden in het kopiëren van bewegingen die hij op de televisie heeft gezien. Klinsmann haalde de twee eruit, en dat zou wel eens het einde van een modestroming aan kunnen kondigen; the end of hip, zeg maar, om het maar eens even op zijn hips te zeggen.
De aanwezigheid van Odonko (Overmars' opvolger), Borowski, en vooral Olivier Neuville maakte Duitsland ineens levensgevaarlijk. Ballack kon in de spits opduiken, Borowski bestreek het middenveld, en Neuville, mijn God: hij lijkt op een vioolspeler in een te grote overjas die de jaarmarkten afstruint om een paar talers te verdienen, maar zodra hij speelt, plukken de verliefden de sterren uit de hemel. Ik hoop dat hij een vaste plaats krijgt.
Het doelpunt in de laatste minuut zorgde natuurlijk voor een uitzinnige stemming, waaraan zowaar de bediener van de geluidsinstallatie wilde meehelpen. Na drie minuten dreunde weer eens een deun uit de luidsprekers. Maar na nog eens drie minuten werd de installatie weer uitgeschakeld. Of daar iemand de geluidscabine was binnen gestormd? Je mag het hopen, dat voor een keer het gejuich en de blijdschap van het publiek werd gerespecteerd. Ik vrees echter dat de aanwezige bondskanselière moeite had zich verstaanbaar te maken, en dat dit werd opgemerkt.
Rinus
Een interview met een professor van een universiteit uit Hamburg wordt aangekondigd. Hij heeft de liederen van de voetbalsupporters bestudeerd, onderscheidt daarin zowaar vier niveaus. De beste liederen worden in Engeland gezongen: You'll never walk alone, noemt hij het allerbeste. De goede man heeft nog nooit 'abide with me' gehoord, dat supporters voor de Cup-final zingen. De professor weet van niks, en dat is geruststellend. Duitse supporters zingen vaak: "Deutschland, Deutschland". Als je goed luistert, herken je dat dit duo-deutschland door twee supportersgroepen wordt gezongen, en niet dwingend met de klemtoon op 'land', maar lieflijk, met een onbeklemtoond 'land.' De tekst is inderdaad niet een goed voorbeeld van poetisch vernuft. Maar als je een tweede keer luistert,hoor je dat met het gezang het kerrkklokgelui wordt geimiteerd. En het beeld van een Duits elftal dat zo goed
speelt dat in het gehele land spontaan de klokken beginnen te luiden, vind ik wel poetisch.
De volgende professor komt uit Berlijn. Hem wordt gevraagd of het opmerkelijke vlagvertoon met patriotisme te maken heeft. Een beetje ernst is geboden, omdat uit patriotisme, nationalisme kan ontstaan met alle gevolgen vandien. "Zestig jaar na de oorlog," duikt zowaar in een vraag op. Beelden van vlaggen en toeters en auto's kwamen oorspronkelijk uit Buenos Aires en Napels. Wat op de televisie komt, wordt geimiteerd. De professor zei geen enkele keer dat vlaggen en mutsen en andere parafernalia bij de Aldi te koop waren en net zo makkelijk gekocht werden als de attributen voor een avondje barbeque.
Waarmee ik eindelijk bij het voetbal ben. Het was inderdaad een meeslepende partij, Duitsland-Polen, met een geweldig publiek, zowel Pools als Duits, die hun respektieve teams bleven aanvuren. Maar een goede wedstrijd, heeft ook een absolute uitblinker nodig. In het geheim waren dat misschien de centrale verdedigers van beide teams, maar je zou verwachten dat het Ballack was.
Even opletten hoe hij speelt. En na een poos wordt het me duidelijk. Ballack loopt over het veld, als iemand die na veel gesoebat meedoet: "Even maar jongens, want ik moet nog de tuinmeubels buiten zetten en straks komen de gasten." Met als gevolg dat Schneider speelt, alsof hij nog zijn auto moet wassen, en daarom ook niet te lang mee kan doen.
Deze houding wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van Schweinsteiger en Podolski, de twee hipsters uit het Duitse kamp, die - hip, immers - niet meer diepgang in hun persoonlijkheid hebben, als hun immense populariteit. Daardoor worden Ballack en Schneider ook tweedimensionele spelers.
Ballack begint dan te schoppen, en dat maakt hem sympathiek. Schneider loopt godverend van de ene kant naar de andere, terwijl vooral Schweinsteiger blijft volharden in het kopiëren van bewegingen die hij op de televisie heeft gezien. Klinsmann haalde de twee eruit, en dat zou wel eens het einde van een modestroming aan kunnen kondigen; the end of hip, zeg maar, om het maar eens even op zijn hips te zeggen.
De aanwezigheid van Odonko (Overmars' opvolger), Borowski, en vooral Olivier Neuville maakte Duitsland ineens levensgevaarlijk. Ballack kon in de spits opduiken, Borowski bestreek het middenveld, en Neuville, mijn God: hij lijkt op een vioolspeler in een te grote overjas die de jaarmarkten afstruint om een paar talers te verdienen, maar zodra hij speelt, plukken de verliefden de sterren uit de hemel. Ik hoop dat hij een vaste plaats krijgt.
Het doelpunt in de laatste minuut zorgde natuurlijk voor een uitzinnige stemming, waaraan zowaar de bediener van de geluidsinstallatie wilde meehelpen. Na drie minuten dreunde weer eens een deun uit de luidsprekers. Maar na nog eens drie minuten werd de installatie weer uitgeschakeld. Of daar iemand de geluidscabine was binnen gestormd? Je mag het hopen, dat voor een keer het gejuich en de blijdschap van het publiek werd gerespecteerd. Ik vrees echter dat de aanwezige bondskanselière moeite had zich verstaanbaar te maken, en dat dit werd opgemerkt.
Rinus