Doorgaan naar hoofdcontent
Gastbjdrage van Sjef van Alebeek:

Je ontkomt er niet aan, het Nederlands elftal voetbalt in Retro. Wij hebben nieuwe shirtjes en ze schijnen nogal historisch te zijn. Eerlijk gezegd vind ik ze ook nog mooi, maar het is alleen jammer dat er dat Retro kaartje aan vast hangt.
Stel je voor dat Nederland tegen Italia komt te spelen. Het shirt van Italia is in feite ook Retro, het is een van de weinige shirts die door de historie heen hetzelfde is gebleven. Azzurro bleef Azzurro. Schouder aan schouder staan de spelers van beide landen in de gang, het zijn de laatste momenten voordat ze gezamelijk het veld zullen betreden. Het zijn de momenten dat men elkaar aan het wegen dan wel aan het intimideren is. Was het niet Wimbledon onder aanvoering van Vinnie Jones dat op zulke momenten met de koppen tegen de muur aan ging slaan tot het bloed bijna van het gezicht af gutste. Vervolgens roste men elkaar af om elkaar verder op te peppen. De wedstrijd was nog geen vijf minuten oud of de Dons hadden er al verschillende meedogenloos onder de zoden geschoffeld. Wimbledon won dat jaar de FA Cup ten koste van kampioen Liverpool. Dus kom nu niet aan met DeRossi en Camoranesi, dat is een gepasseerd station.

Nederland zal in dat witte shirt spelen met die mooie rood wit blauwe baan schuin over borst, geen kraagje. Ze komen uit 1905 die shirtjes, uit de tijd van Bok de Korver, de eeuwige Spartaan, Reinier Beeuwkens, de vliegende keep, en Dirk Lotsy het neefje van Karel. Het was de tijd van dribbels, keuzecommissies, de rechtsbinnen en de spil. Maar het was vooral een tijd van Koppen, markante Koppen. En daar wringt een beetje de schoen, Dirk Kuijt kan er een beetje mee door, Bronckhorst kan met wat fantasie nog voor een jonkheer doorgaan, maar de meeste zijn te jong en te modieus.
En dan nog iets, rond 1905 speelde in Brasil de eerste gekleurde speler mee met de Goddelijke Kanaries. Voetbal was in die dagen een blanke sport, die speler heeft zijn gezicht toen blank moeten poederen anders mocht hij zich niet op het veld vertonen. Je kunt toch niet van Castelen verlangen dat hij zich gaat poederen?

Sjef

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
Inmiddels ben ik in Parijs aanbeland. En dan regent het. Straten reflecteren de neon, de café`s en restaurants gevuld, zit men aan kleine tafeltjes tegenover elkaar. Veel met de metro gereisd; de pas wordt sneller, zelfvertrouwen is een mantel die om je schouders wordt gehangen zodra je onder de grond verdwijnt. Niets dan hoofden en lichamen, ieder kijkt van zichzelf weg. Het Handkeaanse syndroom bekruipt me, te denken welke gedachten er in die hoofden omgaan. Veel gedachten worden verjaagd door geluiden. Veel kleine oorknopjes, kijken, stoppen en weer verder lopen. Verliefd op ieder model van de grote reclamefoto`s. Ik zou naar de Eiffeltoren willen gaan, de Tuilerien, Versailles, plaatsen waarbij je je iets voorstelt. Ik merk dat ik zeker een paar duizend euro per maand op mezelf achterlig; het bord met het kopvlees, de salami ziet er net iets te aantrekkelijk uit. Honger om zeven uur `s avonds en net niet de 12 euro kunnen permitteren. Ik loop en kijk naar de kerstverlichting, de l
Tibor, mijn klankvriend uit Innsbruck is inmiddels weer thuis in zijn warme huis aan de Inn, waar het naar vers gebakken broodjes ruikt. Hij heeft tien dagen lang hier in Schöneweide rondgelopen op zoek naar mensetende termieten en gebouwen met verhoogd instortingsgevaar. Die zijn allemaal gedocumenteerd. In de tussentijd hebben we ook nog nieuwe muziek gecomponeerd. Die tijd had een dermate tussentijdelijk karakter dat hij op mijn vraag wanneer we nu eens eindelijk iets gingen doen, verbouwereerd antwoordde dat we al zeven "songs" hadden. Het zijn er uiteindelijk veertien geworden. Van een der liederen bestaan twee versies. Uiteindelijke som der produkten is dan vijftien. De Cdr waarvan ik nu de covers behandwerk zal tien tracks bevatten plus een selectie van Tibors foto's. De overige klanken heb ik via internet naar vriend Jeff in Bethesda gestuurd. Ze bevielen hem goed genoeg om ze on-line op zijn label zeromoon te publiceren, titel: Diensteingang. Te downloaden hie