Doorgaan naar hoofdcontent
Het naspelen van veldslagen is een hobby die redelijk veel plaats innneemt. Anders dan bij modeltreinen - waar de keuze beperkt is - kun je er een fijn uniform bij aantrekken. Of veldslagen ook op een schaal van 1:1 worden nagespeeld weet ik niet. Ik heb zoiets wel eens gelezen in een boek. Dat boek was hilarisch bedoeld. Mogelijkerwijs was die jaarlijks nagespeelde slag uit de burgeroorlog beschreven om scouts uit Hollywood te overtuigen.

De veldslag die wordt gevoerd in een speciaal daarvoor ingerichte kamer vindt plaats op een grote tafel. De veldheer beweegt zijn troepen met een soort bezem, waaraan de haren ontbreken. Bezoekers kleden zich als staatsman en krijgen uitleg.

Lippi doet hetzelfde. Hij heeft geen krijt en bord nodig. De spelers staan om het groene veld. Hun evenbeelden in lood worden door Lippi's hand en stok bewogen, redelijk snel. De tegenstanders zijn van plastik. Bij de geringste aanraking tuimelen ze om. Het spel van de Italianen is wars van taktische kunstgrepen.

Lippi was als voetballer een stopper, in een tijd waarin hij als rots in de branding de stormen kon weerstaan en met luide stem zijn manschappen beveelde stand te houden.
Hij zwijgt nu, en kijkt wetend naar zijn elftal.
De instructies zijn eenvoudig.

Als we Italië in de finale treffen, dan doen van Basten en van 't Schip er goed aan de video van Juventus - Ajax, de finale van Rome te bekijken. En te zien hoe Torricelli na twee minuten Bogarde doormidden schopte, en ook om te zien hoe Conte de verbouwereerde Reiziger een oorvijg gaf. (Kluivert viel twintig minuten voor het einde in, en liet met een paar acties zien waarom een paar jaar later Fiorentina - met Torricelli - jammerlijk zou degraderen)

Torricelli heet nu Daniele DeRossi, en Conte heet Camoranesi. Allebei zijn veel betere voetballers dan hun voorgangers, maar het effect blijft hetzelfde. Erop en erover.

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
Inmiddels ben ik in Parijs aanbeland. En dan regent het. Straten reflecteren de neon, de café`s en restaurants gevuld, zit men aan kleine tafeltjes tegenover elkaar. Veel met de metro gereisd; de pas wordt sneller, zelfvertrouwen is een mantel die om je schouders wordt gehangen zodra je onder de grond verdwijnt. Niets dan hoofden en lichamen, ieder kijkt van zichzelf weg. Het Handkeaanse syndroom bekruipt me, te denken welke gedachten er in die hoofden omgaan. Veel gedachten worden verjaagd door geluiden. Veel kleine oorknopjes, kijken, stoppen en weer verder lopen. Verliefd op ieder model van de grote reclamefoto`s. Ik zou naar de Eiffeltoren willen gaan, de Tuilerien, Versailles, plaatsen waarbij je je iets voorstelt. Ik merk dat ik zeker een paar duizend euro per maand op mezelf achterlig; het bord met het kopvlees, de salami ziet er net iets te aantrekkelijk uit. Honger om zeven uur `s avonds en net niet de 12 euro kunnen permitteren. Ik loop en kijk naar de kerstverlichting, de l
Tibor, mijn klankvriend uit Innsbruck is inmiddels weer thuis in zijn warme huis aan de Inn, waar het naar vers gebakken broodjes ruikt. Hij heeft tien dagen lang hier in Schöneweide rondgelopen op zoek naar mensetende termieten en gebouwen met verhoogd instortingsgevaar. Die zijn allemaal gedocumenteerd. In de tussentijd hebben we ook nog nieuwe muziek gecomponeerd. Die tijd had een dermate tussentijdelijk karakter dat hij op mijn vraag wanneer we nu eens eindelijk iets gingen doen, verbouwereerd antwoordde dat we al zeven "songs" hadden. Het zijn er uiteindelijk veertien geworden. Van een der liederen bestaan twee versies. Uiteindelijke som der produkten is dan vijftien. De Cdr waarvan ik nu de covers behandwerk zal tien tracks bevatten plus een selectie van Tibors foto's. De overige klanken heb ik via internet naar vriend Jeff in Bethesda gestuurd. Ze bevielen hem goed genoeg om ze on-line op zijn label zeromoon te publiceren, titel: Diensteingang. Te downloaden hie