Doorgaan naar hoofdcontent
Een tijd lang was de vensterbank van mijn slaapkamer de plek waar mijn economisch bewustzijn zichtbaar werd. Ik werd daarbij geholpen door een Thailandees, mogelijk ook Vietnamees - ik heb hem of zijn vrouw nog niet zien dansen. Hij is de hele dag te vinden op hof twee, direct onder mijn slaapkamerraam. Aanvankelijk dacht ik uit zijn bewegingen op te maken dat hij marihuana of zo verkocht. Maar ik dacht dat omdat dat deel van mijn fantasie door de Nederlandse markt is verpest. Josephine maakte er illegale sigaretten van.

Inderdaad. De sigaretten worden op verschillende plaatsen in de struiken verstopt, en na iedere transactie naar een ander verstek gebracht. Ik volg zijn bewegingen vanaf drie hoog, zie hem om zich heen en ook omhoog kijken, en vervolgens een plastik zak in de okselholte van een vleesplant wegbergen. Ik verbeeld me dat al die bewegingen en het rondlopen een onzichtbare infrastructuur hebben geschapen, die gelijk is aan het straten- en stegenplan van een willekeurig dorp in zijn vaderland.

Voor zijn klanten is het ook spannend. Het zijn rokers. En als je ervan uitgaat dat de gemiddelde leeftijd van de roker rond de veertig ligt, bij uitersten van zestien en zesenzeventig, dan kun je aannemen dat de meeste klanten de DDR nog hebben meegemaakt. In de illegale transactie wordt een deel van de ondergrondse bedrijvigheid in het voormalige democratische Duitsland voortgezet.

Op de vensterbank lagen mijn munten, de grote en de kleine. In een klein tasje ernaast een twintig euro biljet weggestopt, want vrijliggend papiergeld staat slordig. Daarentegen hebben vrijliggende munten een magnetische werking. Helaas ook op de handen van een dief.

Dat was op woensdagochtend mijn bevinding toen ik opstond. Ik had alleen nog koperkleurig kleingeld. Mijn hart viel op de vloer en ging een eindje wandelen. Vier uur lang voelde ik me intens treurig. Gelukkig brachten Julian, met zijn verhalen uit de Australiaanse negorij, en onze nieuwe meebewoonster Maki met de verhalen over de klanken van Tokio, me weer terug.

Donderdag, Vrijdag, Zaterdag had ik optredens, die respectievelijk acht, negentwintig en weet nog niet hoeveel euro hebben opgebracht, (de drankkassa moet nog worden uitgerekend, daarna is het delen door tien, na aftrek van de benzinekosten). Ik kan weer een tijdje vooruit. Ik zou zelfs iedere dag een boek kunnen kopen. Voor 50 Cent. Alle zware Russen liggen rug aan rug in een houten bak. De boeken zijn solide en degelijk.

Mij wachten nog duizenden pagina's, want vandaag hoorde ik dat het de afgelopen winter heel koud was. Zo koud dat zelfs de neusharen bevroren.

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
Inmiddels ben ik in Parijs aanbeland. En dan regent het. Straten reflecteren de neon, de café`s en restaurants gevuld, zit men aan kleine tafeltjes tegenover elkaar. Veel met de metro gereisd; de pas wordt sneller, zelfvertrouwen is een mantel die om je schouders wordt gehangen zodra je onder de grond verdwijnt. Niets dan hoofden en lichamen, ieder kijkt van zichzelf weg. Het Handkeaanse syndroom bekruipt me, te denken welke gedachten er in die hoofden omgaan. Veel gedachten worden verjaagd door geluiden. Veel kleine oorknopjes, kijken, stoppen en weer verder lopen. Verliefd op ieder model van de grote reclamefoto`s. Ik zou naar de Eiffeltoren willen gaan, de Tuilerien, Versailles, plaatsen waarbij je je iets voorstelt. Ik merk dat ik zeker een paar duizend euro per maand op mezelf achterlig; het bord met het kopvlees, de salami ziet er net iets te aantrekkelijk uit. Honger om zeven uur `s avonds en net niet de 12 euro kunnen permitteren. Ik loop en kijk naar de kerstverlichting, de l
Tibor, mijn klankvriend uit Innsbruck is inmiddels weer thuis in zijn warme huis aan de Inn, waar het naar vers gebakken broodjes ruikt. Hij heeft tien dagen lang hier in Schöneweide rondgelopen op zoek naar mensetende termieten en gebouwen met verhoogd instortingsgevaar. Die zijn allemaal gedocumenteerd. In de tussentijd hebben we ook nog nieuwe muziek gecomponeerd. Die tijd had een dermate tussentijdelijk karakter dat hij op mijn vraag wanneer we nu eens eindelijk iets gingen doen, verbouwereerd antwoordde dat we al zeven "songs" hadden. Het zijn er uiteindelijk veertien geworden. Van een der liederen bestaan twee versies. Uiteindelijke som der produkten is dan vijftien. De Cdr waarvan ik nu de covers behandwerk zal tien tracks bevatten plus een selectie van Tibors foto's. De overige klanken heb ik via internet naar vriend Jeff in Bethesda gestuurd. Ze bevielen hem goed genoeg om ze on-line op zijn label zeromoon te publiceren, titel: Diensteingang. Te downloaden hie