Natuurlijk kijk ik voetbal, zoals gisteren springend op de bank op anderhalve meter afstand van een gigantisch scherm in een wijnwinkel in Wedding, waar de kachel brandde. Dit alles na een optreden van een uur lang als begeleidingsmuziek van twee videofilmen over buitenaardse buurtbewoners. Ach, het leven van alledag zeg maar. Wie de eerste dagen van de zomer in Berlijn is moet beslist naar Madame Claude in Kreuzberg komen, al dan niet met een witte anjer in het knoopsgat.
Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou