Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit augustus, 2006 tonen
Tibor, mijn klankvriend uit Innsbruck is inmiddels weer thuis in zijn warme huis aan de Inn, waar het naar vers gebakken broodjes ruikt. Hij heeft tien dagen lang hier in Schöneweide rondgelopen op zoek naar mensetende termieten en gebouwen met verhoogd instortingsgevaar. Die zijn allemaal gedocumenteerd. In de tussentijd hebben we ook nog nieuwe muziek gecomponeerd. Die tijd had een dermate tussentijdelijk karakter dat hij op mijn vraag wanneer we nu eens eindelijk iets gingen doen, verbouwereerd antwoordde dat we al zeven "songs" hadden. Het zijn er uiteindelijk veertien geworden. Van een der liederen bestaan twee versies. Uiteindelijke som der produkten is dan vijftien. De Cdr waarvan ik nu de covers behandwerk zal tien tracks bevatten plus een selectie van Tibors foto's. De overige klanken heb ik via internet naar vriend Jeff in Bethesda gestuurd. Ze bevielen hem goed genoeg om ze on-line op zijn label zeromoon te publiceren, titel: Diensteingang. Te downloaden hie
Het trappenhuis galmt, maar heeft daarvoor geluiden nodig. Meestal stijgt de nahal van voetstappen en onderlips voortgebracht geroezemoes naar de vierde etage als een ziel op weg naar paradijselijkere oorden. Maandag 14 augustus, zo tegen drie uur des middags begin ik voor de zoveelste keer aan mijn twee vluchten treden durende afdaling naar de derde. En zing daarbij. Niet omdat mijn grote vriend Peter in Amsterdam voor de vijftigste keer verjaart, hem zend ik de gehele dag telepatische gelukswensen, maar vanwege de akoustiek. Valeria kom ik een paar uur later tegen. We staan in een kringetje ergens in een knik van de vijftig meter lange gang. Of ik dat was die daar vanmiddag zong, het was iets Gregoriaans, of zo. Dat was het niet. Ik zong 'Crying in the chapel' van Elvis. Wil ik dat niet nog een keer zingen?. .."I saw you cryyyyying in the cha-ha-ha-pel," dus. Ze vertelt dat overmorgen, de 16de, Elvis dodesdag is. Ik draai me naar Julian, en zeg hem dat we dan als de
De keuken klopte niet bij mijn aankomst. Je kon zien dat er niet geleefd werd. En er hing een geur van verwezing. Meestal draaide ik me in de deuropening weer om en liep naar de dichtsbijzijnde Döner. Maar een aantal gebeurtenissen heeft er voor gezorgd dat er iets veranderde. De eerste gebeurtenis was ikzelf. Een tiental dagen lang was ik de enige bewoner. Een deel van de tijd besteedde ik aan de schoonmaak. Toen werd op een dag het tweepits electrisch gasstel met zijn onafkrabbare vetlaag vervangen door een vierpitter met oven, die blinkend wit was bovendien. De vensterbank stond al vol met kruiden. De vaatdoek werd iedere week gewassen en niet eerst nadat hij van ellende uit zichzelf in de cilinder van de wasmachine was gekropen. De spinnen weefden noest verder aan hun webben, dat wel, maar ik vind spinnen gezellig. Nu is sedert kort Maki hier, een Japanse uit Tokio, maar dan uit Londen. Ze praat graag en veel en lacht daarbij heel aanstekelijk. Ze heeft ook heel veel bewegingen die
Een tijd lang was de vensterbank van mijn slaapkamer de plek waar mijn economisch bewustzijn zichtbaar werd. Ik werd daarbij geholpen door een Thailandees, mogelijk ook Vietnamees - ik heb hem of zijn vrouw nog niet zien dansen. Hij is de hele dag te vinden op hof twee, direct onder mijn slaapkamerraam. Aanvankelijk dacht ik uit zijn bewegingen op te maken dat hij marihuana of zo verkocht. Maar ik dacht dat omdat dat deel van mijn fantasie door de Nederlandse markt is verpest. Josephine maakte er illegale sigaretten van. Inderdaad. De sigaretten worden op verschillende plaatsen in de struiken verstopt, en na iedere transactie naar een ander verstek gebracht. Ik volg zijn bewegingen vanaf drie hoog, zie hem om zich heen en ook omhoog kijken, en vervolgens een plastik zak in de okselholte van een vleesplant wegbergen. Ik verbeeld me dat al die bewegingen en het rondlopen een onzichtbare infrastructuur hebben geschapen, die gelijk is aan het straten- en stegenplan van een willekeurig dorp
Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
Lang voordat Garibaldi een standbeeld werd dat in elke stad en dorp in Italië te vinden is, was hij een kleine man in uniform op een paard die zijn leger aanvoerde om Italië te bevrijden. De plaats waar hij met zijn manschappen voor het eerst voet aan wal zette, is ergens aan de zuidkust van Sicilië terug te vinden. Na deze landing werd hij een bericht. Dit bericht bereikte op een goede dag in de zestiger jaren van de negentiende eeuw ook Sardinië. Daar zorgden de vissers en de schaapsherders, de vrouwen bij de waterbron, de rondreizende verkopers dat het nieuws eenieders oor bereikte. Jonge mannen trokken er op uit om zich bij Garibaldi en zijn troepen aan te sluiten. Het zal ze niet allemaal zijn gelukt. Van één ervan weet ik het tamelijk zeker. De vorige week vrijdag stond zijn nazaat voor mijn neus. Het moet de zesde of de zevende generatie Garibaldizoekers zijn geweest. Hij had zijn geweer niet bij zich, maar droeg het uniform, dat vele malen hersteld, alleen in een enkele knoop n