Doorgaan naar hoofdcontent


Ineens had ik zin om een paar foto' s op de blop te zetten.
De eerste is genomen tijdens de afsluitende sessie
van het gruenrekorder festival in Frankfurt/Main.
De twee heren op de voorgrond zijn
Lasse Marc Riek en Roland Etzin,
beide te gast op mijn
das kleine field recordings festival,
komende maand in Berlijn.



Dit is de Taunusstraat,
het rode licht deel van Frankfurt dat pal naast het financiële centrum ligt,
het gebied dat Frankfurt zijn skyline geeft,
en zijn roep als financieel hart van Duitsland.
De matrozen dragen een anthracietkleurig kostuum.
De broeken hebben alle eendere vouwen, die door het vele zitten en zweten zijn ontstaan.
Een hoerenloper tijdens de middagpauze heeft iets aandoenlijks,
maar als je de kantoortorens van dichtbij ziet,
met hun inkijk naar de afdelingen,
overvalt eerder een gevoel van verbazing over het totale gebrek aan warmte.

De foto is in Mei genomen.
Barbara en ik waren er in Oktober,
toen het jaar zich nog een keer in bed omdraaide,
lui bleef liggen,
en tussen de oogwimpers door naar het venster keek,
waarachter het landschap in een waas van zonlicht verdween.
25°C, en het wandelpad langs de rivier gevuld met slenteraars,
de laatste zonaanbidders in het gras.

We waren te gast bij studenten,
twee daarvan gebroers uit Iran, maar van Armeense afkomst.
De ouders kwamen in het weekeinde uit Freiburg langs,
omdat de jongste zoon
- schouder aan schouder met Lasse-
in de marathon mee zou rennen.
Een middag lang was de keuken gevuld met verhalen,
en een oplettende moeder die kookte,
afwaste,
schoonmaakte.

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
"We hebben elkaar al een half jaar niet meer gezien." Ik was er vast van overtuigd, dat ik er qua tijd niet veel naast zat. "Ach, nee," zei ze. "We hebben elkaar nog in augustus gezien." Wat waar was, maar mijn herinnering voerde me naar de Feldwebelstraat in Prenzlauer Berg, waar we op houten bankjes bij een Italiaan op de stoep niet naar Italië-Ukraïne hadden gekeken. Te veel hoofden voor het beeld, bovendien zat ik met de rug naar het apparaat; en om de rug naar mijn tafelgenoten te keren vond ik onbeschoft. Maar dat was niet de dag in augustus waarnaar ze verwees, ook al omdat die pizzatafeldag vroeg in Juni was, of wanneer was dat WK toch alweer? Nee, ik had haar gezien op een zonnig uur in haar apartement. De zomerwarmte liefkoosde haar schouders; ze was vrolijk en opgewekt, alsof ze zojuist een nieuwe liefde had gevonden, misschien ook omdat een rose verjaardagskoek haar was gelukt en ze zojuist drie rode hartvormige ballonnen had opgeblazen, waarva
De boot had voldoende vertraging om alle nieuwe modellen zonnebrillen en laagkruisige spijkerbroeken te bestuderen. Het waaide op zee. Zondag rolde de bal voor de voeten van spelers van Cagliari-Fiorentina weg, door windkracht gedreven. Toen ook nog een reclameschild over het veld fladderde werd de wedstrijd twintig minuten uitgesteld. In die twintig minuten bleef het lustig doorwaaien. Het waaide gisteren ook nog. Toen stond ik op het bovendek: een grote gele stip duidt de helicopterpiloot de landingsplaats. Daar stonden vier schoolreizende jochies, waarvan drie met zonnebril, tegen de wind in. Later in de bioscoopzaal Inter tegne Ajax gezien. Blind heeft zichzelf gemultipliceerd en gelijk drie evenbeelden in de verdediging neergezet. Ik vond Ajax beter. De Italiaanse commentator vond dat niet. Die weet niet dat Ajax in balbezit hetzelfde is als een levensgrote kans op een doelpunt. Wat me vooral opviel was een soort verwerkte treurigheid: de wijsheid van de balling die weet dat terug