Doorgaan naar hoofdcontent
Mijn moeder aan de telefoon, zuurkool al twee dagen in de ijskast, en de vraag hoe die nu precies klaargemaakt moest worden weken om mijn hoofd zoemend, vroeg ik niet hoe het ging en was ik de middellandsezeevakantie ook bijna vergeten. Ik moest het recept weten.

Nou, spek of ribjes, dat drie kwartier in water koken, niet te lang anders wordt het njengnjeng, dan iets van dat water afgieten, zuurkool - wel uit het vat, "hepbik"- eerst wassen, anders wordt hij te zuur en dan in de pan, het vlees d'r bovenop en koken tot het gaar is..."de aardappelen?" met een kluitje boter en melk fijnstampen, eerst koken, en als er van het vlees overblijft, de volgende dag koud op het roggebrood, met een beetje mosterd, mjammjam.

En volgde het verhaal hoe ze door Rome had gelopen met een briefje waarop ik haar had uitgelegd waar ze olijfolie moest kopen en hoe ze 2 etti prosciutto crudo moest uitspreken. Na een paar vergeefse pogingen, was ze bij een winkelmevrouw aangekomen die ze naar de olijfolie had gevraagd in het engels dat ze nog van de bevrijder had geleerd. De mevrouw had gelachen en had gezegd dat 'alimentari' niet een olijfoliemerk was, maar winkel betekende.

Dan had het nog flink gewaaid, was de doorvaart door het kanaal van korinthe geschrapt en had mijn vader een prachtboek gekocht over de bokkerijders. Het had wel vijfenzeventig euro gekost, maar het was zo groot als twee boeken en er stond alles in, en het was heel interessant. De schrijver zou zijn gekomen om het boek te signeren, maar toen hij na een uur (vaders tijd) er nog niet was had mijn vader gevraagd of het boek met handtekening meer waard zou zijn. Op het ontkennende antwoord van de verkoper was hij toen gegaan (na tien minuten geschatte werkelijke tijd).

Dat met die zuurkool was een vreugde om te zien ... net vroeger ... en , toen het dekseltje op het kokende water van de aardappelen zijn boogie-woogie danste, kwam Josephine aan, deze keer gekleed als een spionne uit een eerste wereldoorlogherfstnacht in korte broek en zwarte panties. Ze hield een grote gevulde vuilniszak in haar hand en riep dat ze een cadeau voor me had ... "Aaaah, een vuilniszak?"

En hop, hield ze een pollepel omhoog, een ding van maar liefst een halve meter lang, waarmee ik even later, O blijdschap, met slechts drie keer scheppen genoeg puree op mijn bord had. Uiteraard kwam ze erbij zitten; nee, ze hoefde niet, haar vriend zou nog voor haar koken.

Ze keek met afschuw naar mijn vlees: " sinds wanneer eet jij dat?" - ik dus uitleggen: 'winter, kalorien, vet, spek, ik, niet' en zij over Divine begon en een verkrachtingsscene beschreef met kippen, echte kippen die geplet werden, en een transsexuele gluurder en Divine als baby in een wieg, en overal bloed en veren en dat ze daarom vol afschuw uit de bioscoop was weggelopen en daarna de beste sex uit haar leven had gehad... en of ik die spekrand werkelijk opat?

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
Inmiddels ben ik in Parijs aanbeland. En dan regent het. Straten reflecteren de neon, de café`s en restaurants gevuld, zit men aan kleine tafeltjes tegenover elkaar. Veel met de metro gereisd; de pas wordt sneller, zelfvertrouwen is een mantel die om je schouders wordt gehangen zodra je onder de grond verdwijnt. Niets dan hoofden en lichamen, ieder kijkt van zichzelf weg. Het Handkeaanse syndroom bekruipt me, te denken welke gedachten er in die hoofden omgaan. Veel gedachten worden verjaagd door geluiden. Veel kleine oorknopjes, kijken, stoppen en weer verder lopen. Verliefd op ieder model van de grote reclamefoto`s. Ik zou naar de Eiffeltoren willen gaan, de Tuilerien, Versailles, plaatsen waarbij je je iets voorstelt. Ik merk dat ik zeker een paar duizend euro per maand op mezelf achterlig; het bord met het kopvlees, de salami ziet er net iets te aantrekkelijk uit. Honger om zeven uur `s avonds en net niet de 12 euro kunnen permitteren. Ik loop en kijk naar de kerstverlichting, de l
"We hebben elkaar al een half jaar niet meer gezien." Ik was er vast van overtuigd, dat ik er qua tijd niet veel naast zat. "Ach, nee," zei ze. "We hebben elkaar nog in augustus gezien." Wat waar was, maar mijn herinnering voerde me naar de Feldwebelstraat in Prenzlauer Berg, waar we op houten bankjes bij een Italiaan op de stoep niet naar Italië-Ukraïne hadden gekeken. Te veel hoofden voor het beeld, bovendien zat ik met de rug naar het apparaat; en om de rug naar mijn tafelgenoten te keren vond ik onbeschoft. Maar dat was niet de dag in augustus waarnaar ze verwees, ook al omdat die pizzatafeldag vroeg in Juni was, of wanneer was dat WK toch alweer? Nee, ik had haar gezien op een zonnig uur in haar apartement. De zomerwarmte liefkoosde haar schouders; ze was vrolijk en opgewekt, alsof ze zojuist een nieuwe liefde had gevonden, misschien ook omdat een rose verjaardagskoek haar was gelukt en ze zojuist drie rode hartvormige ballonnen had opgeblazen, waarva