Doorgaan naar hoofdcontent
Lang voordat Garibaldi een standbeeld werd dat in elke stad en dorp in Italië te vinden is, was hij een kleine man in uniform op een paard die zijn leger aanvoerde om Italië te bevrijden. De plaats waar hij met zijn manschappen voor het eerst voet aan wal zette, is ergens aan de zuidkust van Sicilië terug te vinden. Na deze landing werd hij een bericht. Dit bericht bereikte op een goede dag in de zestiger jaren van de negentiende eeuw ook Sardinië. Daar zorgden de vissers en de schaapsherders, de vrouwen bij de waterbron, de rondreizende verkopers dat het nieuws eenieders oor bereikte.

Jonge mannen trokken er op uit om zich bij Garibaldi en zijn troepen aan te sluiten. Het zal ze niet allemaal zijn gelukt. Van één ervan weet ik het tamelijk zeker. De vorige week vrijdag stond zijn nazaat voor mijn neus. Het moet de zesde of de zevende generatie Garibaldizoekers zijn geweest. Hij had zijn geweer niet bij zich, maar droeg het uniform, dat vele malen hersteld, alleen in een enkele knoop nog als origineel te herkennen was.

"Of ik Rinus was," "Jazeker, en jij bent Marco"

We waren het allebei. Marco zou eigenlijk de donderdag zijn gekomen, maar die donderdag dacht hij dat het woensdag was, een kleine vergissing die ik hem gaarne toestond, te meer daar ik zelf dacht dat 2 september een woensdag was, en bovendien nog vier of vijf personen in mijn omgeving had meegemaakt die compleet het zicht op de kalender waren kwijtgeraakt.

Dus als de volgende week gevoelsmatig reeds deze week eindigt, dan kan het niet anders of er vindt een verschuiving in het tijdsbeeld plaats. Het is moeilijk te verklaren, maar zie het als een tentdoek dat over je hoofd is gespannen en nu begint dat doek te schuiven en je blijft zelf staan (terwijl de aarde om zijn as blijft draaien en om de zon en zo). Nu is dat tentdoek de tijd, en die schuift dus weg. Dat betekent dat hij verdwijnt of dat de schaduw ergens anders vandaan moet komen.

Een ander voorbeeld is de sok. De sok is sowieso al een object dat naar het mystieke neigt. Maar als de sok de tijd is en de ruimte ook dus, en je keert de sok langzaam binnenste buiten, dan kan best Garibaldi daar uit te voorschijn komen, en is die zoektocht van Marco nog helemaal niet zo merkwaardig.

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
"We hebben elkaar al een half jaar niet meer gezien." Ik was er vast van overtuigd, dat ik er qua tijd niet veel naast zat. "Ach, nee," zei ze. "We hebben elkaar nog in augustus gezien." Wat waar was, maar mijn herinnering voerde me naar de Feldwebelstraat in Prenzlauer Berg, waar we op houten bankjes bij een Italiaan op de stoep niet naar Italië-Ukraïne hadden gekeken. Te veel hoofden voor het beeld, bovendien zat ik met de rug naar het apparaat; en om de rug naar mijn tafelgenoten te keren vond ik onbeschoft. Maar dat was niet de dag in augustus waarnaar ze verwees, ook al omdat die pizzatafeldag vroeg in Juni was, of wanneer was dat WK toch alweer? Nee, ik had haar gezien op een zonnig uur in haar apartement. De zomerwarmte liefkoosde haar schouders; ze was vrolijk en opgewekt, alsof ze zojuist een nieuwe liefde had gevonden, misschien ook omdat een rose verjaardagskoek haar was gelukt en ze zojuist drie rode hartvormige ballonnen had opgeblazen, waarva
Inmiddels ben ik in Parijs aanbeland. En dan regent het. Straten reflecteren de neon, de café`s en restaurants gevuld, zit men aan kleine tafeltjes tegenover elkaar. Veel met de metro gereisd; de pas wordt sneller, zelfvertrouwen is een mantel die om je schouders wordt gehangen zodra je onder de grond verdwijnt. Niets dan hoofden en lichamen, ieder kijkt van zichzelf weg. Het Handkeaanse syndroom bekruipt me, te denken welke gedachten er in die hoofden omgaan. Veel gedachten worden verjaagd door geluiden. Veel kleine oorknopjes, kijken, stoppen en weer verder lopen. Verliefd op ieder model van de grote reclamefoto`s. Ik zou naar de Eiffeltoren willen gaan, de Tuilerien, Versailles, plaatsen waarbij je je iets voorstelt. Ik merk dat ik zeker een paar duizend euro per maand op mezelf achterlig; het bord met het kopvlees, de salami ziet er net iets te aantrekkelijk uit. Honger om zeven uur `s avonds en net niet de 12 euro kunnen permitteren. Ik loop en kijk naar de kerstverlichting, de l