Doorgaan naar hoofdcontent
In een weblog van verslaggever en columnist Bert Wagendorp van de Volkskrant werd bericht van een telefonade uit Duitsland. Aan de lijn was een journalist en de journalist had iets geconstateerd wat ook de andere journalisten niet was ontgaan.
Het risico van constaterende journalisten is dat ze hun observaties journalistiek verantwoord vinden en de verbrijding (opzettelijk 'fout' gespeld) ervan verdedigen met het beroep op 'vrijheid van meiningsuiting'.

(Het begrip meningsuiting is aan ernstige revalidatie toe, maar dit terzijde)

Gevolg van zo'n zeepbelbericht is dat het niet zozeer om de inhoud ervan gaat, maar indirect toch wel. Want, zoals vanouds, in de media gaat het enkel om de media.

Zo.

Media is meervoud van medium. Een medium in religieus/spirituele zin is de persoon die tussen het bovenmenselijke en de mens staat. In die werelden gaat het doorgaans over God, dus over iets dat buiten de mediator staat, maar waartoe de mediator toegang heeft.

Een medium in artistieke zin is de persoon die tussen zijn talent en zijn 'geestesprodukt' staat. Die zijn echter bijna uitgestorven (lees, komen niet aan bod). En vervangen door de hype, maar daarmee zijn we weer terug bij de journalist

De medianen (laat ik zo de vertegenwoordigers van de media noemen) hebben niet de beschikking over zo'n bovennatuurlijk iets. Daarom leidt de omweg naar zichzelf over een gefingeerd bericht. Het resultaat, zoals ik net al schreef, is dat de mediatoren het alleen over zichzelf hebben.

Het resultaat is ook anders.

In een commentaar op het artikel beschreef ik de touristen die naar het Nederlands Elftal komen kijken. Ik vind dat die touristen beter thuis kunnen blijven, omdat je er als elftal, als toeschouwer en als voetballiefhebber niets aan hebt.

Maar goed, ze zitten er wel. En ze zitten er om het over zichzelf te hebben. Daarom moeten ze zich allemaal in een raar pak hijsen en vooral gezien worden. De verbinding met het gebodene is er niet, anders zou hun meeleven zich wel in supporterlijk gedrag uiten.De verbinding met de camera is er daarentegen wel, en dat blijkt keer op keer.

Maar goed, de meeste voetballers doen ook mee om zichzelf in de videoclip erna te kunnen bewonderen. Van Persie is zo'n voetballer die voortdurend de meesnorrende camera in zijn achterhoofd heeft; zijn evenbeeld Cristiano Ronaldo trouwens ook.

Het moet er allemaal goed uitzien.

Daarom klinkt nadat Italie de kwartfinale bereikt de evergreen van Adriano Celentano. Daarom klinkt na negentig minuten Schweiz- Okraina de bumbumversie van het Doris Day lied. Het klinkt zo hard dat ik de televisie het zwijgen opleg, zoals de decibellen ook de laatste supporters de mond snoeren.

Noem het sfeer, noem het gezellig, noem het wat je wilt. Ik noem het verachting.
Maar ik zal zo snel niet meer een stadion bezoeken, zeker in Duitsland niet, waar de bediener van de geluidsinstallatie een krankzinnige is.En waar in alle hoeken een gigantoscherm hangt, waarop je samen met de spelers nog eens de herhaling kunt bekijken.

Rinus

Populaire posts van deze blog

Ik heb veel kleingeld de laatste tijd, allemaal verdiend bij optredens. Een deel daarvan laat ik uit mijn hand in mijn broekzak glijden. Het is maandag. Ik zou eigenlijk naar Prenzlauer Berg moeten fietsen en op de kopieermachine een flyercompositie maken. Daarvoor heb ik een woord nodig waarvan 'klang' de eerste lettergreep is. Het schiet me niet te binnen. De dag is fris en winderig, enigszins bewolkt. In de gang werkt een electricien. De voorbijrijdende trams fluiten soepel over de rails. De afgelopen nachten hebben de slijpers vonken uit het ijzer getoverd. Ik moet bij de post zijn om het pakje met ontrafelde cassettetape voor mijn klankkompaan Harold in Parijs af te geven. Harold had ik eerder dit jaar in Parijs in het echt meegemaakt. Tijdens een wandeling zag hij een sliert cassetteband die om een lantaarnpaal was gewikkeld. Zijn begoeting ("Ah") vereende verbazing over uitblijvend resultaat met de zekerheid dat met iedere wandeling zijn voorraad tapesalade zou
"We hebben elkaar al een half jaar niet meer gezien." Ik was er vast van overtuigd, dat ik er qua tijd niet veel naast zat. "Ach, nee," zei ze. "We hebben elkaar nog in augustus gezien." Wat waar was, maar mijn herinnering voerde me naar de Feldwebelstraat in Prenzlauer Berg, waar we op houten bankjes bij een Italiaan op de stoep niet naar Italië-Ukraïne hadden gekeken. Te veel hoofden voor het beeld, bovendien zat ik met de rug naar het apparaat; en om de rug naar mijn tafelgenoten te keren vond ik onbeschoft. Maar dat was niet de dag in augustus waarnaar ze verwees, ook al omdat die pizzatafeldag vroeg in Juni was, of wanneer was dat WK toch alweer? Nee, ik had haar gezien op een zonnig uur in haar apartement. De zomerwarmte liefkoosde haar schouders; ze was vrolijk en opgewekt, alsof ze zojuist een nieuwe liefde had gevonden, misschien ook omdat een rose verjaardagskoek haar was gelukt en ze zojuist drie rode hartvormige ballonnen had opgeblazen, waarva
De boot had voldoende vertraging om alle nieuwe modellen zonnebrillen en laagkruisige spijkerbroeken te bestuderen. Het waaide op zee. Zondag rolde de bal voor de voeten van spelers van Cagliari-Fiorentina weg, door windkracht gedreven. Toen ook nog een reclameschild over het veld fladderde werd de wedstrijd twintig minuten uitgesteld. In die twintig minuten bleef het lustig doorwaaien. Het waaide gisteren ook nog. Toen stond ik op het bovendek: een grote gele stip duidt de helicopterpiloot de landingsplaats. Daar stonden vier schoolreizende jochies, waarvan drie met zonnebril, tegen de wind in. Later in de bioscoopzaal Inter tegne Ajax gezien. Blind heeft zichzelf gemultipliceerd en gelijk drie evenbeelden in de verdediging neergezet. Ik vond Ajax beter. De Italiaanse commentator vond dat niet. Die weet niet dat Ajax in balbezit hetzelfde is als een levensgrote kans op een doelpunt. Wat me vooral opviel was een soort verwerkte treurigheid: de wijsheid van de balling die weet dat terug